Gebouwen hebben een vorm, een materialisering, een aankleding. En licht? Licht is ongrijpbaar. Daarom kennen weinig architecten de ontwerpmogelijkheden ervan. Uitzondering is lichtspecialist Henri Borduin (Border Architecture Amsterdam).
Altijd is hij geïnteresseerd geweest in beeldcultuur en de ervaring van ruimtes. In 2010 won hij de Nederlandse Daylight Award en de Oostenrijkse Daylight Spaces Award met de steegwoningen Al-light in Haarlem. Hierin creëerde hij verschillende lichtintensiteiten door drie daklichten en daarmee verbonden vides.
Ommuurde natuur
Een mens staat bloot aan vele invloeden, van medemens en seizoen, maar ook van licht. Voor het wonen betekent dat volgens Borduin dat je buiten en binnen moet verbinden. ‘Het weer en het ritme van de zon bepalen je tijdsgevoel en verankeren je in de omgeving. Je huis is in essentie een stukje ommuurde natuur. Daarom probeer ik licht in de structuur van mijn gebouwen te verwerken. Daglicht bepaalt ons gedrag.’ Zo is hij steeds op zoek naar meerruimtelijkheden, fijnovergangen en zintuigverbanden.
Claustrofobie
De Daylight Spaces Award 2010 bracht hem als docent naar Oostenrijk. De opdrachtgever van OMICRON Campus te Klaus was een van zijn toehoorders. Hij wilde alles weten over licht en vroeg Borduin om hulp. Ruimte zonder grenzen – daar ging het om. Borduin: ‘Hij wilde alle kantooreenheden dezelfde lichtkwaliteit geven. Dat was moeilijk realiseerbaar. Ik heb verschillende studies met bijbehorende maquettetjes gedaan.’ Uiteindelijk kwamen de architecten in de gebouwlange middenzone terecht, waar de beoogde lichtkwaliteit wel mogelijk was. Door extra functies begon die zone echter dicht te groeien: vrijheid werd claustrofobie.
Mystieke lichtstrepen
Daarop viel het besluit alle massa in drie zones en drie lege ruimtes (de latere hotspots) bijeen te vegen. Drie lichtsnedes, 60 cm schouderbreed, gaan ingekaderd door de zones. Ze lichten of kleuren eerst de ene en dan de andere wand aan, en vinden in de hotspots hun exploderende vrijheid. Omgekeerd kleven de functies aan muren van licht. ‘De werknemers passeren steeds een lichtsnede met oneindigheidsproporties in horizontale en diagonale richting. Ze voelen allerlei ruimtes, maar kunnen die niet exact benoemen.’ Opmerkelijk verschijnsel bij mooi weer is dat het zonlicht klokke twaalf dwars door het gebouw schijnt, mystieke lichtstrepen door de corridor strooiend en splinterend.
Ideeënschakeringen
In de hotspots wordt verschillend licht gecreëerd door twee soorten rechthoekige dakopeningen met diverse bovenbreedtes (600, 300, 150 mm): curves en taps gehoekte trechtervlakken. De eerste vangen het licht en geven het terug, de tweede zorgen voor indirect licht. De langskanten van de 3D-trapezia zijn bekleed met messing of koper, zodat het licht (warmer) bijkleurt, vooral bij zonsopkomst/-ondergang. Dit wordt nog variabeler, doordat ze óf glanzend zijn opgepoetst óf met zuur verdoft. De kopse kanten zijn bespiegeld, wat de sleuven optisch dubbele afmetingen geeft. Per moment leiden al deze ideeënschakeringen tot een overvloed van subtiele lichteffecten in de ruimtes en de daarin geplaatste objecten.
Boeiende relatie
De hele dag ervaren de werknemers nu dynamische lichtverschillen, waardoor er een speciale relatie met het gebouw en met ruimte en tijd ontstaat. Het gebouw licht hen aan, het plafond antwoordt terug, de materialen kameleoneren. ‘Dat was ons doel: verschillende zonlichtkwaliteiten en de bedrieglijke dualiteit van open en gesloten ruimtes. Jij hebt een boeiende relatie met het gebouw, het gebouw met jou.’
Zie ook:
Omicron Campus Klaus, Algemeen
Omicron Campus Klaus, Body