Softwarefabrikant Microsoft gaat datacenters bouwen die gedeeltelijk gemaakt zijn uit beton en hout. Zo moet er minder staal gebruikt worden. De innovatie zorgt ook voor een besparing qua arbeidskosten.
Door: Matthias Vanheerentals
De hybride aanpak van staal en beton werd door Microsoft-ingenieurs ontwikkeld, laat de softwaregigant in een bericht op de eigen site weten. De eerste exemplaren van dit type datacenters komen in Noord-Virginia. Concreet worden vooral de vloeren en plafonds vervangen worden door CLT, en krijgen ze een dunnere laag beton. Dat vooral om de levensduur van het hout te verlengen. Uit bouwfoto’s is op te maken dat de duurzamer datacentra bestaan uit een stalen draagstructuur met daarop platen van CLT.
De softwarefabrikant koos voor cross-laminated timber (CLT). CLT is een licht materiaal waardoor in bepaalde delen minder staal nodig is. Hierdoor kan op staal en arbeid bespaard worden, wat de kostprijs drukt. Volgens Microsoft kan het gebruik van hout in delen van zijn nieuwe datacenters de CO2-voetafdruk met 35 procent verkleinen ten opzichte van staalconstructies. Wanneer beton vervangen wordt door CLT, zou dit de uitstoot van broeikasgassen met nog eens 65 procent kunnen verminderen. Traditioneel wordt er staal en beton gebruikt voor dit soort commerciële gebouwen.
