Rara: het torent bijna 13 m boven de straat uit, en toch valt het van een afstandje nauwelijks op. Juist! Een villa vermomd als duin met een verkoold bos op de top.
Of liever gezegd: een villa die voor de helft in het bestaande duin is ingegraven en verder is afgewerkt met gebrande lariks gevelbekleding.
Camouflagevilla
Opgaan in de omgeving. Dat was een cruciale wens van het echtpaar waarvoor VVKH architecten deze villa in het Wassenaarse duingebied heeft ontworpen. Geborgenheid en verborgen blijven. Wegvallen. Geen poeha. Vooral niet pompeus. ‘Ja, pompeus, dat was een terugkerend begrip,’ herinnert projectarchitect Ronald Knappers zich tijdens de klimtocht rond de villa. ‘Dát mocht het absoluut niet worden.’
We klauteren en glijden over het door Adriaan Geuze van West 8 opnieuw beplante oerduin waarop de villa is gesitueerd. Een toplocatie, met op het noorden de straatkant en daarachter vrij uitzicht over de duinen; op het zuiden de diepe tuin met zwembad, gras en naaldbos; op het oosten buren verstopt achter bomen; en op het westen een huis, maar dat staat zoveel lager dan het leefgedeelte van de ‘camouflagevilla’ dat je er goeddeels overheen kijkt.
Split level
Het duin zelf steekt een meter of acht boven de straat uit. In een vorig leven stond er ook een villa. ‘Modernistisch gelukkig, want dat maakte het gemakkelijker voor de buurt om te accepteren dat er weer een modern bouwwerk kwam.’ In de eerste fase hebben Knappers en de eigenaars zelfs geprobeerd de nieuwe droom voortbordurend op het bestaande te realiseren. Maar er ontbrak toch steeds iets.
‘De doorbraak kwam toen ik een interieur schetste met een split level. Een woning die zich niet alleen vanbuiten, maar ook vanbinnen als duin manifesteert. En de kansen die dat biedt om doorkijkjes te maken. Toen de opdrachtgevers dat zagen, trokken ze een streep door het bestaande. “Gooi maar plat. We beginnen opnieuw”.’ Split level is dan ook het centrale kenmerk van het interieur. Hierdoor voelt de villa als een kijkdoos. Vooral als je in het zitgedeelte van de woonkamer staat, helemaal op de noordelijke top, en je kijkt naar het zuiden, schuin naar beneden. Daar wordt je blik door de keuken met haar glazen schuifdeuren, via het ruime dakterras, het naaldbos in getrokken. Groots en klein tegelijk. Strak en stijlvol. Lieflijk, warm en huiselijk. Een villa vol tegenstrijdigheden.
Monolithische structuur
Met een oppervlakte van 550 m2 voelt de woning nergens imponerend of kil. Het is een warm huis. Dat heeft Knappers goeddeels bewerkstelligd met de materialisering. De opdrachtgever wilde graag schoon beton, naar voorbeeld van het door hem bewonderde gerenoveerde ministerie van Financiën in Den Haag. Dat kwam meteen goed van pas om de gronddruk tegen te houden, want een uitgraving van anderhalve verdieping vraagt een degelijke kering. Ook wilde men een nulenergiewoning. Knappers stelde daarop een monolithische structuur van schoon beton voor, de wanden onafgewerkt, met de conusgaten nog in het zicht, de vloeren gevlinderd en voorzien van vloerverwarming en het geheel rondom ingepakt in 17 cm Kooltherm-isolatie (Rc 6,0m2K/W (gevel) en 8,0m2K/W (dak).
‘Beton is een schitterend materiaal, maar je moet het wel verzachten. Het liefst met hout. Want hout en beton halen op de een of andere manier het beste in elkaar naar boven. Het hout geeft een oranje gloed aan het beton. En het zorgt ook voor de verbinding tussen binnen en buiten. Daarom hebben we de vensters afgewerkt met houten lijsten en bovendien gekozen voor een houten dakconstructie.’
(Maartje Henket)
Villa Meijendel is deze maand Spotlightproject op Het Houtblad.nl. Lees hier het complete artikel.