Woongebouw Treet is voorlopig het wereldrecord in houthoogbouw: 62 appartementen over 14 verdiepingen, 50,9 m hoog. Als experimentele opbouw is hier gekozen voor houten modules, gevat in een gelamineerd-houtconstructie; de liftschacht, trappenhuizen, bordessen en balkons zijn in kruislaaghout.
Opmerkelijk is de opdrachtgever: woningbouwvereniging BOB in Bergen. Gewoonlijk lijden woningcorporaties aan conservatieve krimpkramp, waarmee ze ieder jaar winst denken te zullen behalen. BOB staat echter met beide benen in de 21ste eeuw en onderkent wat de toekomst nodig heeft om zich te kunnen blijven verlengen. Tevens speekt zeker de locatie een rol. Als zovele havensteden is ook Bergen, tweede stad van Noorwegen (275.000 inwoners), z’n haven- en industriegebied aan het transformeren naar een waterwijk voor wonen, winkelen en werken. De roest van het verleden maakt plaats voor een blinkend heden, en dat kan niet zonder vooruitdenkersmentaliteit.
Leesbaar proza
Treet – Noors voor ‘De Boom’ – staat op de betonnen onderbouw van een ondergrondse parkeergarage naast een grote boogbrug aan het Puddefjord dat 3,5 km het land in steekt. Het gebouw (23 x 21 m), gefundeerd op meer dan honderd stalen palen, heeft meer weg van een reusachtige ladekast of van een boekenkast waarin alle Bergense boeken zijn geborgen, dan van een boom. De functionaliteit slokte zoveel creativiteit op, dat het esthetische gehalte prozaïsch bleef. Aan de waterkant is het complex 14-hoog, aan de straatzijde 13-hoog; hier is de boekenkast ook tweebeukig, doordat verdiept ertussenin de liftschacht is geplaatst. Vanuit de appartementen is het uitzicht op het fjord en het bergachtige achterland grandioos, vooral in de hogere appartementen, de dubbelhoge fitnessruimte op de bovenste verdieping en op het dakterras.
Noors vuren
Met verwijzing naar het havenverleden zijn de zijkanten, ook die van de inham in het midden, bekleed met cortenstaal (oost- en westzijde); in een vrije schikking zijn de kozijnen hierin uitgestanst. Aan beiderzijde in het midden bevinden zich de trappenhuizen. De voor- en achterkant (noord- en zuidzijde) zijn voorzien van geluiddicht glas; erachter liggen de balkons en de ramenrijke appartementen. Hout is hier volop in het zicht, inclusief de gelamineerde vakwerken die zigzaggend naar boven lopen. Het ontwerp van Artec Arkitekter volgde een voorstudie van de Norwegian Wood Council uit 2007-2008, waarin voor houthoogbouw een combinatie van modules en gelamineerd hout werd aanbevolen. Constructeur Sweco verrichtte haalbaarheidsstudies bij twee andere gebouwen van twintig en vijftien verdiepingen, waaruit bleek dat voor houthoogbouw geen beperkingen bestaan. Niet onvermeld mag blijven dat uit duurzaamheidswil vrijwel uitsluitend Noors vuren is gebruikt, zij het dat het hout voor de modules, geleverd door het Noorse Moelven, naar producent Kodumaja in Estland moest worden verscheept. Ook het kruislaaghout kwam van verder weg, van Metsä Wood/MERK Timber uit het Beierse Aichach.
Corset
Bij Treet zijn de woningmodules gevat in een corset van gelamineerde vakwerken die de verticale lasten afdragen. De vakwerkconstructie van houten bruggen was hier het voorbeeld. De afmetingen van de kolommen bedragen 405 x 650 en 495 x 495 mm; die van de diagonale spantbenen zijn 405 x 405 mm. Uit oogpunt van brandwerendheid zijn ze overgedimensioneerd; ze vallen in de sterkteklasses GL 30c/h. Voor zover ze in aanraking komen met de buitenlucht, is verduurzaamd grenen toegepast. Samen geven ze het gebouw de benodigde stijfheid. Onderzoek wijst uit dat er geen voortschrijdende bezwijking optreedt, mocht één vakwerk uitvallen. Ertussen zijn de prefab modules ingepast in een sandwich van 3 x 4 verdiepingen en 2 x 1 verdieping: 1-4, 5, 6-9, 10, 11-14.
Krachtverdiepingen
Om de massa van het lichte houten gebouw te vergroten, zijn de enkele etages 5 en 10 zogenaamde krachtverdiepingen, bestaande uit een extra plafond van gewapend beton en een extra vakwerkconstructie die aan de buitenconstructie vastzit. Ze rusten dus niet op de onderliggende klomp modules (1-4, 6-9, 11-14), die zelf 34 mm los van de buitenconstructie staan. Wel steunen ze op de betonnen tussenlagen. In de extra vakwerkconstructie is voorts een stalen vakwerk aangebracht tegen doorbuigingen en vibraties. Ook op het dak is voor verzwaring gezorgd met een afsluitende betonlaag en de installatieruimte.
Wapperende vlag
Reden voor de verzwaring is de wind die in Bergen uitermate straf kan waaien. Dankzij de uiterst stijve gelamineerd-houtconstructie en genoemde maatregelen staat het gebouw er nu niet als een wapperende vlag in de wind bij. Dat is overigens niet zozeer een veiligheidsalarm als wel een onpasselijkheidsprobleem. De Norwegian University of Science and Technology (NTNU) in Trondheim, die het project ook verder zal monitoren, verrichtte niet-destructief onderzoek op zowel enkele als gestapelde modules. De tests gebeurden met hamers, voorzien van meetinstrumenten, en accerelatiemeters, bevestigd op de modules. Zo werden de dynamische eigenschappen berekend. Als resultaat kwam daaruit een maximale buiging van slechts 71 mm aan de top voort. Alleen bovenin kan er wel eens sprake zijn van een flauwe trilling, siddering of wanbeweging. Omdat de moduleverzamelingen 1-4, 6-9 en 11-14 niet aan het omringende skelet verbonden zijn, drukt de windbelasting daar dus niet direct op. De glazen en cortenstalen gevelbekledingen zijn wel op de gelamineerd-houtconstructie gemonteerd.
Kletsnat klimaat
Behalve overdimensionering is ook anderszins een brandwerendheid van 90 minuten bereikt (voor de corridors en balkons volstond 60 minuten). Het hele gebouw is gecompartimenteerd en gesprinklerd, de houten liftschacht en trappenhuizen staan los en afgeschermd van de gebouwconstructie, de houtverbindingen zijn tot stand gebracht met ingelaten staalplaten (8 mm dik) en bouten (Ø 12 mm), al het zichthout van het corset en in de trappenhuizen en corridors is brandvertragend behandeld en daarna gewhitewasht. Tests op enkele modules gaven een brandwerendheid van 74 minuten aan; in gezamenlijkheid zal die hoger liggen. De 360 elementen voor de liftschacht, twee trappenhuizen, trapbordessen, binnenwanden en balkons zijn van kruislaaghout. De afmetingen van deze vuren platen zijn 16 m x 3 m; de diktes zijn 120 en 160 mm. De balkons rusten op twee gelamineerde liggers die vanuit de modules doorsteken. Bergen is berucht om z’n kletsnatte klimaat; dit wordt anticyclisch zelfs gevierd met een Regenfestival in oktober, met als hoogtepunt de Regenjas en Paraplu Parade. Daarom is het hout ook afgeschermd met glas en bekleed met cortenstaal; tussen cortenstaal en houtconstructie is een isolatielaag van 50 mm dik Rockwool opgenomen.
Gekamerde modules
Door de appartementen in gekamerde modules (4/5,3 x 8,7 m) in houtskeletbouw te prefabriceren, inclusief keuken, vaatwasmachine, kabel-tv, kasten, eiken parket, toilet, leidingen, isolatie (op passiefhuisniveau), betegeling en overige afwerkingen, duurde de bouwtijd slechts vijftien maanden. Traditionele bouw had minimaal drie maanden meer gevergd. Tevens waren de productiekosten lager en is de modulaire houtskeletbouw één prachtig voorbeeld van milieuvriendelijkheid. De woningeenheden zijn door een enkele kraan op hun plaats gehesen. Tussen de appartementen zitten dubbele wanden. Na montage bleken alle onderdelen perfect te passen. De liftschacht, opgebouwd in drie delen, staat slechts een verwaarloosbare 3 mm uit het lood. Zij is bekleed met grijs gebeitste vuren gevelbekleding.
66,5 m hoog
In de vloeren en wanden van de appartementen zijn gelamineerde liggers opgenomen, mede om – zoals aangegeven – het eigen en het bovenbuurbalkon te dragen. Vraag is of de forse diagonale spantbenen (40,5 x 40,5 cm) die dwars voor de ramen langslopen, niet als hinderlijke balk in het oog gaan werken. In de twee krachtverdiepingen steken ze zelfs een heel stuk dwars de woonkamer in. Alle binnenwanden en plafonds van de appartementen zijn gegipst, zodat in de overige wooneenheden alleen de eiken vloeren voor de houtuitstraling zorgen. De 62 appartementen waren behoorlijk snel verkocht, dus misschien valt het mee, of uiteindelijk toch tegen. Sweco is ondertussen alweer verder aan het houtconstrueren met een 17-laagse toren van 66,5 m hoog op een locatie boven Oslo. Hierin worden een hotel, woningen en kantoren ondergebracht. Was de plattegrond van Treet veel groter geweest dan 23 x 21 m, dan hadden er met gemak nog tien verdiepingen op gepast. De Boom had dus tot in de hemel kunnen groeien.
CO2-voetafdruk
In het project is onder andere 1.950 m3 vuren toegepast (1.000 m3 gezaagd vuren, 550 m3 gelamineerd vuren en 400 m3 kruislaagvuren (Leno)). Dit betekent een CO2-vastlegging van 1.210.880 kg. Het compenseert de uitlaatgassen van een middenklassenauto over 8.072.527 km of het jaarlijkse elektragebruik van 1.345 huishoudens.
Locatie: | Damgårdsveien 99, Bergen, Noorwegen |
Opdrachtgever: | BOB (Bergen og Omegn Boligbyggelag) Bergen |
Ontwerp: | Artec Arkitekter Laksevåg, Noorwegen |
Aannemer; leverancier gelamineerd hout, | Moelven Limtre Moelv, Noorwegen |
Constructeur: | Sweco Norway Lillehammer |
Leverancier appartementenmodules: | Kodumaja Tartu, Estland |
Leverancier kruislaaghout (Leno): | Metsä Wood/MERK Timber Aichach, Duitsland |
Vloeroppervlak: | 5.830 m2 |
Bouwperiode: | September 2014 – november 2015 |
Bouwkosten: | 30 miljoen euro |