Heeft het omgaan met, of zelfs alleen maar kijken naar een biodiverse groene omgeving positieve invloed op de geestelijke en lichamelijke gezondheid? In Japan is op 1 december een groot onderzoek gestart dat die vraag moet gaan beantwoorden.
Aanwijzingen uit kleiner onderzoek en theoretische studies laten al langer zien dat direct contact met de natuur goed is voor de gezondheid. De universiteit van Tokyo gaat er nu grootschalig onderzoek naar doen, mede op basis van gegvens van het wereldwijd actieve japanse bouwbedrif Seikisu House, dat al sinds 20 jaar door heel Japan biodiverse omgevingen aanlegt en daar heel veel data over heeft.
Het project van Seikisu, dat grotendeels geprefabriceerde huizen bouwt op basis van gelamineerde kolommen en liggers en in Europa vooral in het Verenigd Koninkrik actief is, voert het natuurbeleid uit onder de naam ‘Gohon no ki‘, wat ‘vijf bomen’ betekent. Bij 1 miljoen bewoners zijn namelijk, in tuinen maar vooral in gemeenschappelijke groenvoorzieningen tot nu toe steeds 5 lokale boomsoorten geplant, drie speciaal bedoeld voor vogels om in te nestelen en twee die vooral voor insecten en vlinders aantrekkelijk zijn. Dit vanuit de waarneming dat voorzover er al groen in de gebouwde omgeving is, dit meestal niet de biodiversiteit bevordert. In totaal zijn circa 17 miljoen bomen aangeplant binnen dit project.
Sinds 2019 houdt Seikisu in samenwerking met de universiteit van Tokyo kwantitatieve gegevens bij. Er is dus heel goed bekend hoeveel bomen er zijn en ook welke plant- en diersoorten er inmiddels leven.
In het nu aangekondigde onderzoek zal een aantal hypothesen worden ondergezocht. Onder andere of er verschil is tussen mensen die alleen naar biodiverse natuur kijken en mensen die zich er regelmatig intensief mee bezighouden (de veronderstelling is dat dat verschil klein zou kunnen zijn). En verder wordt onderzocht of hard gemaakt kan worden of mensen er psychisch, mentaal, cognitief, fysiek en sociaal beter voorstaan als ze in een biodiverse omgeving leven, afgezet tegen bewoners die het met doorsnee ‘openbare groenvoorziening’ moeten doen.
