R&D afdelingen en laboratoria van bedrijven en instellingen worden nooit in hout gebouwd, en dat zou wel kunnen. Een architectenbureau, een houtingenieursbureau en een adviseur in laboratoriumbouw hebben nu een Het Houten Lab doorgerekend om aan te tonen dat het kan.
In laboratoria en cleanrooms gelden strenge veiligheidsvoorschriften en hoge eisen ten aanzien van draagkracht en trillingsgevoeligheid. Om die reden wordt hout al bouwmateriaal vaak bij voorbaat al uitgesloten. En dat terwijl de Nederlandse R&D-sector, met naar schatting 12 miljoen vierkante meter aan labruimte, met een keuze voor hout bij nieuwbouw jaarlijks zo’n 57.600.000 kg CO₂ zou kunnen besparen, stellen architectenbureau Broekbakema, ingenieursbureau Lüning en laboratoriumadviesbureau L3Q
Alleen de strengste klassen niet
Voor het haalbaarheidsonderzoek (‘Het Houten Lab’) hebben Broekbakema, Lüning en L3Q in kaart gebracht aan welke regels en eisen de diverse typen laboratoria dienen te voldoen, en welke implicaties die hebben voor de draagkracht, trillingsgevoeligheid, reinigbaarheid en brandgevaarlijkheid van een lab dat (grotendeels) uit hout bestaat. Hout als (constructie)materiaal blijkt geschikt voor meer dan 80% van alle laboratoria in Nederland. Enkel de laboratoria die aan de meest strenge normen moeten voldoen – zoals BSL-3 en BSL-4 labs – zouden extra aanpassingen vereisen, of helemaal niet in hout uitgevoerd moeten worden.
Architectenbureau Broekbakema, ingenieursbureau Lüning en laboratoriumadviseur L3Q hebben hun expertise gebundeld om innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor complexe bouwprojecten, zoals Het Houten Lab. Deze samenwerking combineert kennis van bouwen, laboratoriumontwerp en duurzame architectuur.