Vanaf 1 oktober kunnen timmerfabrieken KOMO-gecertificeerde kozijnen en deuren maken van drie houtsoorten uit FSC- beheerde bossen in Congo-Brazzaville. Het gaat om kosipo, bossee en sapeli. Bijzonder is dat het hout ter plekke in Afrika geprepareerd en gelamineerd wordt.
De KOMO certificering is een initiatief van het Zwitserse bedrijf Interholco, dat sinds 1999 een bosconsessie van 1,16 miljoen hectare bezit in Congo-Brazzavile, op de grens met Kameroen en de Centraal Afrikaanse Republiek. Voor de verwerking van het hout richtten de Zwitsers ter plaatse een bedrijf op, Industrie Forestière de Ouésso (IFO) in Ngombé, Congo-Brazzaville. In plaats van het hout in de vorm van geoogste stammen naar Europa of Azië te verschepen om het daar te verwerken werd in de loop der tijd de bewerking van het hout steeds meer bij IFO ondergebracht. Bij IFO in Afrika werken zo’n 900 van de 1100 werknemers van Interholco, dat verder een logistiek bedrijf heeft in Kameroen voor het verschepen van de houtproducten, een vestiging in Bahrein voor markten in het Midden- en Verre Oosten en een vestiging in België voor levering aan de Benelux en Frankrijk.
Met het KOMO-certificaat voor gelamineerde en gevingerlaste, relatief onbekende, houtsoorten (en er lopen aanvragen voor vergelijkbare certificaten voor nog meer houtsoorten) hoopt het bedrijf een grotere afzetmarkt voor het tropische hout te verwerven. Zoals wel bekend wordt verantwoorde bosbouw in de tropen gezien als een goede manier om de bossen, de flora en de fauna alsmede de inheemse stammen en bewonersgemeenschappen van het gebied te beschermen en duurzaam in stand te houden. Interholco beschikt over een indrukwekkende hoeveelheid documentatie om aan te tonen dat het daar serieus werk van maakt.
