Het Brabantse bouwbedrijf Hendriks leidt een consortium van bedrijven en kennisinstellingen dat, met een Europese subsidie, seriematige productie van circulaire en biobased woningen wil gaan produceren.
De Europese subsidie is meerjarig en komt uit het OPZuid-fonds, voor innovatieve ontwikkeling op het gebied van de klimaattransitie, bedoeld voor onze drie zuidelijkste provincies. Aan het programma van het consortium, dat ‘EcoFab‘ genoemd wordt, doen de TU Eindhoven, de Avans Hogeschool, de Fontys Hogeschool en het Koning Willem 1 College mee. Verder ondersteunt Building Balance het initiatief en zijn ook een aantal zogenaamde ecodorpen bij de ontwikkeling betrokken.
Het project behelst het realiseren van een ādigitale fabriekā, die ‘Modulefabrique’ wordt genoemd en waar drie typen woningen, ’terugWINwoningen’ worden geproduceerd. De woningen worden zoveel mogelijk gemaakt van bouwproducten van grondstoffen uit afval of via de agrarische sector. Ze dienen zo duurzaam mogelijk ontworpen te worden. Het hele proces gaat worden aangestuurd door digitale tools, waarmee dat ‘digitale fabriek’ wordt bedoeld: het idee is dat de partner-bedrijven, de leveranciers van bouwdelen, via een open-source engineeringsplatform kunnen bijdragen aan de productie.
De terugWINwoningen moeten aan gaan tonen wat de potentie van circulair en biobased bouwen is. Specifiek richt het EcoFab-project zich op de vervanging van traditionele materialen door biobased en circulaire materialen, wat een significante reductie in CO2-uitstoot op zal leveren. Het OPZuid-programma heeft als doel de regionale economie en innovatie te versterken met maatschappelijke en economische impact.
Lees ook:
Limburgse circulaire rijtjeswoningen krijgen 1,7 miljoen subsidie
