De grootste CO2-uitstoot in de bouw is te vinden in ‘Scope 3’, concluderen zowel BAM als Heijmans in berekeningen van hun eigen CO2-impact. Die rapportages moeten beide beursgenoteerde bouwbedrijven aan de jaarrekeningen vanaf 2024 toevoegen. Bij scope 3 gaat het om de bouwmaterialen. Houtbouw is deel van de oplossing.
Vanaf het boekjaar 2026 moeten ook alle niet-beursgenoteerde grote bedrijven hun CO2-impact in kaart gebracht hebben. Voor beursgenoteerde grote bedrijven, dus ook die in de bouw, geldt dat al vanaf 2024. Zowel BAM als Heijmans brengen al enige tijd hun duurzaamheidsimpact in beeld. Beide bedrijven hebben ook ambitieuze doelstellingen over het verminderen van de carbon-footprint. Zo streven beide naar een volledige CO2-neutraal functioneren als bedrijf binnen ongeveer een decennium.
Daarbij gaat het in eerste instantie over Scope 1 en 2, de eigen organisatie. Daar worden door beide bedrijven grote stappen gezet van tientallen procenten reductie van CO2-uitstoot. Een verdere reductie wordt door zowel BAM als Heijmans gevonden in het elektrificeren van het eigen wagenpark, de inkoop van duurzame elektriciteit en waar (zwaar) materieel nog niet geƫlektrificeerd kan worden deze machines aftanken met biobased brandstoffen.
In Scope 3 zit de echte CO2-uitstoot
Het echte pijnpunt wat betreft de CO2-uitstoot blijkt te liggen in Scope 3, hier gaat het om de grondstoffen die door de bedrijven verwerkt worden en elders worden ingekocht. BAM laat bijvoorbeeld weten dat de totale CO2-uitstoot van het bedrijf op 8 miljoen ton CO2 wordt geschat, terwijl de uitstoot van het eigen bedrijf (in Scope 1 en 2, dus) in 2021 op 112 Kton lag (en dus naar eigen zeggen al verder verlaagd is). De cijfers liggen bij Heijmans, dat kleiner is, in vergelijkbare verhoudingen.
Ontwikkelingen op veel gebieden
Als oplossingsrichting voor deze enorme uitstoot bewandelen beide bedrijven veel wegen. Aan de ontwikkeling van emissiearmer asfalt en beton wordt actief meegewerkt. Vooral op het gebied van staal wordt er al aan hergebruik van materiaal gewerkt, hergebruikt hout is nog onvoldoende significant om in de berekeningen terug te komen, maar wordt wel benoemd. Beide bedrijven noemen industriƫle prefabricage van woningen als deel van de oplossing, dan kan er immers energiefficiƫnter en daarmee met lagere uitstoot geproduceerd worden. Beide bedrijven noemen ook de toepassing van (veel) meer hout als bouwmateriaal als deel van de oplossing. Dat dit hout uit duurzaam beheerde bossen moet zijn heeft ook bij beide bedrijven alle aandacht.
Zowel BAM als Heijmans zijn in de afgelopen jaren begonnen met de fabrieksmatige productie van grotendeels houten grondgebonden woningen.