Het Houtlab, een houten gebouw in Nieuwkuijk van JaJo, gebouwd door Woody Builders, heeft als eerste ter wereld een certificaat voor de hoeveelheid opgeslagen CO2. De bedoeling achter de certificering is om die CO2 verhandelbaar te maken.
Jajo ontving het certificaat tijdens de vastgoedbeurs Provada uit handen van de Stichting Climate Cleanup, die de berekening heeft laten uitvoeren door haar eigen certificeringsplatform ONCRA (Open Natural Carbon Removal Accounting). Dat berekende dat in het Houtlab, een meerlaags kantoorgebouw met magazijnruimte dat constructief grotendeels van hout gebouwd is en een houten gevel heeft, 370.000 kilo CO2 is opgeslagen. Volgens de uitgevende stichting zal de huidige marktwaarde van een certificaat voor CO2-opslag tussen de 100 en de 200 euro per ton CO2 zijn. Dat zou betekenen dat de waarde van het gebouw met de toekenning van het certificaat met tenminste 37.000 euro is vermeerderd.
Carbon Credits nu nog vooral voor bosbehoud
De handel in carbon credits, gecertificeerde opgeslagen CO2 is op dit moment volledig op vrijwillige basis. Alleen zeer grote vervuilende industrieƫn zijn verplicht een koolstofboekhouding bij te houden en dienen voor hun bedrijfsvoering actief te zijn op een markt van koolstofrechten. Veel bedrijven, overheden en instellingen maken echter een eigen berekening van de eigen uitstoot en opname van CO2 en kopen hun surplus graag af met carbon credits om zo de eigen koolstofboekhouding ten minste in balans te brengen.
Verhandelbare certificaten worden op dit moment vooral nog afgegeven op investeringen in bossen, veelal in streken die met ontbossing bedreigd worden. In ruil voor de investering in het planten van bomen waardoor het bos (plus de biodiversiteit en het welzijn van de plaatselijke bevolking) aantoonbaar verbetert, verkrijgt de investeerder de carbon credits, omgerekend vanuit kubieke meters hout, gerekend over de volle groeitijd van de boom. De investering komt dus de duurzame bosbouw en het voorkomen van ontbossing ten goede.
Waardevermeerdering van het Houtlab
De methode van de Stichting Climate Cleanup is een heel andere. Die gaat uit van de hoeveelheid hout die in een gebouw is toegepast, berekent de daarin opgeslagen hoeveelheid CO2 van en geeft daar een certificaat over af. Een koper van carbon credits zou dus door aanschaf van zo’n certificaat een deel van zijn koolstofschuld kunnen afkopen. De hoop is dat er een handel in dit soort credits zal ontstaan waardoor de prijs per kuub stijgt. Het kan tot waardevermeerdering van bestaande houten gebouwen leiden en daardoor ook tot het vergemakkelijken van investeerdersbeslissingen in de ontwikkeling van houten gebouwen.
Dubbele credits voor hetzelfde hout?
Over de vraag of op deze manier niet twee keer over hetzelfde hout CO2-opslag zou kunnen worden berekend kan een boom worden opgezet. Huidige mondiale regels over carbon credits in hout zijn juist nadrukkelijk bedoeld voor waardevermeerdering van bossen. Bij de kap blijft het certificaat gebonden aan het hout, maar vervalt de geldigheid bij export. Zou zou dus inderdaad bosbehoud en houtbouw via hetzelfde stuk hout beide met carbon certificaten gestimuleerd kunnen worden. De kwestie of beter bosbouw elders of houtbouw hier gefinancierd zou moeten worden is dan een ethische beslissing van individuele investeerders. Wat er met de geldigheid van de certificaten gebeurt bij eventuele sloop van het gebouw is niet bekend.
Lees ook:
Kennis: wat zijn de milieuredenen om voor bouwen met hout te kiezen?