Door de weeks woont het stel in een loftruimte in een hart van de bruisende wijk Wicker Park met uitzicht op de skyline van de binnenstad. Voor het weekend zochten zij een plek om een te zijn met de natuur. Deze vonden zij op een strook land met een vallei en een kleine kreek in het midden, genesteld langs de rand van een staatspark in het centrum van Michigan.
Hier realiseerde de architect Searl Lamaster Howe architects een getrapte woning tussen de bomen. De wens om ‘een te zijn met de natuur’ is onder meer in gevuld door veel hout te gebruiken. De twee materialen die de buitenkant definiëren zijn cederhout – zowel onbehandeld als verkoold – gecombineerd met obsidiaan. Een donkere uitstraling die optimaal past in de mix van esdoorn, eiken, ceder, espen en essen die de site omhullen.
Ook in het interieur is veel hout te vinden. Ten eerste in de onbehandelde cederhouten dakoverstekken die naar binnen komen. Verder is het grootste deel van de kasten van het huis van onbehandeld cederhout – vervaardigd door plaatselijke vaklui. De uitzonderingen hierop zijn het freeswerk van de keuken en de hoofdslaapkamer, dat eiken kleurstof heeft en diepgroen is gekleurd. De trap, die zich over de volle drie verdiepingen uitstrekt, is vervaardigd van cederhout.
