Het zogenaamde kamer-in-kamer concept is door RaĂșl GĂłmez HernĂĄndez toegepast op een yoga- en meditatiecentrum dat gerealiseerd is in een oude boerderij. De jonge architect heeft hierdoor de buitenkant van het gebouw identiek en âoudâ kunnen houden, terwijl de binnenkant volledig is vernieuwd. De transformatie weerspiegelt een diepere verbinding tussen traditionele agrarische wortels en hedendaagse behoeften aan innerlijk welzijn.
De kamer-in-kamer-oplossing laat de bestaande toestand ongemoeid door een houten kist in de schuur te plaatsen. De uiteindelijke hoogte is gebaseerd op principes van de traditionele Japanse architectuur en bedraagt derhalve 190 centimeter plus 9,4 keer het aantal tatami’s in de kamer. De meditatieruimte is hiermee lager voor een meer intieme sfeer terwijl de yogaruimte juist hoger is voor een open en publieke sfeer.

Het project kenmerkt zich door de bewuste keuze voor low-tech oplossingen en het gebruik van natuurlijke materialen gebaseerd op de bestaande bouwconstructies. Daarbij heeft de architect bewust rekening gehouden met het behouden en voortzetten van de traditie van vakmanschap. Zo speelde de bijdrage van de timmerman een cruciale rol: hij nam ongeveer 90 procent van het werk op zich.
De constructie van de oplossing maakt het mogelijk de afzonderlijke onderdelen te demonteren. Zo zijn de primaire materialen naar wens opnieuw te gebruiken, wat een duidelijke stap richting duurzaamheid is. Ook de standaard lengtes van de houten balken heeft hierin zijn betekenis.
De verzorging van alle houten oppervlakken met loog en zeep benadrukt tot slot de esthetische waardering van het materiaal, maar ook de respectvolle behandeling van de natuurlijke eigenschappen van het hout. Daarnaast is ook veel klei toegepast om de kosten laag te houden en een evenwicht te bereiken tussen ecologische principes en economische realiteit.