In het zonnige Gsiesental in Zuid-Tirol bouwden de architecten Gruber en Strickner met lijm- en metaalvrije massieve elementen een houten dorp: een groep chalets van hout uit de directe omgeving.
De architekten Martin Gruber en Armin Strickner maakten voor de bouw van de chalets gebruik van het bouwsysteem van de firma Holzius uit Prad am Stilfersjoch, Zuid Tirol. De firma levert bouwsystemen voor zogenaamde ‘vollholzbau’: massief houten elementen die niet met metaal of lijm aan elkaar verbonden zijn. De bouwdelen worden ook onderling met een (gepatenteerde) zwaluwstaartverbinding in elkaar gezet. Dit levert vormstabiele en luchtdichte bouwwerken op.
Voor de buitenzijde van de chalets werd gebruik gemaakt van het hout van Lariksen. De binnenzijde van de woningen bestaat uit onbehandeld vurenhout. Het vurenhout zorgt voor koelte in de zomer en warmte in de winter. Kleine oneffenheden in het hout zorgen voor sfeer en authenticiteit.
Ook voor de inrichting van de chalets werd gebruik gemaakt van massief hout: de houten meubels bestaan gedeeltelijk uit hout van de lariks en uit hout van de Alpen-den.